Alle spelers staan in een cirkel rond twee spelers in het midden. De twee middelste spelers worden in een pose gezet. Als de leider in zijn handen klapt, starten de twee spelers een geïmproviseerde scene. Als de wie, wat, en waar duidelijk zijn klapt iemand uit de cirkel in zijn handen (of die roept ‘Bevries!’), waarna de twee spelers bevriezen en twee nieuwe spelers worden aangewezen. De nieuwe spelers nemen de laatste pose over van de vorige spelers en spelen een geheel nieuwe scene.