Een expert vertelt een verhaal aan zijn publiek. Om dat verhaal duidelijker te maken, gebruikt hij enkele plaatjes die door zijn medespelers worden neergezet (Tableau vivant). Via een langgerekt Kli-i-i-i-i-k geeft hij aan, dat de spelers van houding moeten veranderen voor het volgende plaatje. N.B.: tijdens dit klik-zeggen is het mooi, als het licht even uitgaat, of het publiek zijn ogen sluit. Beide vooraf oefenen.
Variant 1: Men kan inzoomen op onderdelen van de dia. De speler om wie het gaat komt dan naar voren en probeert zijn houding nog iets uit te vergroten.
Variant 2: Men kan ook werken met bewegende beelden, die (eventueel versneld) voor- of achteruit gespeeld kunnen worden. In dit geval spreekt men van een Videopresentatie.
Variant 3: Wanneer men naast dia’s en video ook nog geluid maakt van geluidsfragmenten spreekt men van een Multimediapresentatie.
Variant 4: Er zijn twee presentatoren. De andere twee spelers bewegen tot het moment dat Klik gezegd wordt. Dan bevriezen ze hun houding, waarna na een korte toelichting van hun houding de beweging weer mag worden voortgezet tot de volgende klik. Doel is om meer onverwachte dia’s te krijgen. Deze vorm heet ook wel de Bewegende dia.